Wijninckx-bijdrage

Navigatie

  • Naar content

    Navigatie

  • Werkgever
  • Werknemer
NLFR
Employee Benefits

Personal Login

Aanmelden

    Navigatie

  • Opstarten van een groepsverzekering
  • Beheer van mijn groepsverzekering
  • Premie betalen
  • RSZ
  • Employee Benefits
  • Werkgever
  • Topics
  • Wijninckx-bijdrage

Wijninckx-bijdrage

Wettelijke (overgangs)procedure vanaf bijdragejaar 2013 tot en met bijdragejaar 2018

In 2012 werden een aantal begrotingsmaatregelen ingevoerd die een impact hebben op de aanvullende pensioenen. Eén van deze maatregelen betreft de bijzondere sociale zekerheidsbijdrage, de zogenaamde Wijninckx-bijdrage, op “hoge” premies die aanvullende pensioenen opbouwen in de tweede pijler.

Deze bijzondere sociale zekerheidsbijdrage geldt zowel voor loontrekkenden als voor zelfstandigen. We zetten hier de belangrijkste kenmerken op een rij:

Loontrekkenden Zelfstandigen
In functie van de werkgevers en persoonlijke bijdragen: In functie van de ondernemingsbijdragen:  
  • die dienen ter financiering van de waarborgen leven, overlijden en aanvullende ongevallenverzekering (overlijden door ongeval)
  • idem
  • vrijgestelde premies in het kader van de waarborg premievrijstelling worden mee in rekening gebracht
  • idem
  • exclusief taksen en RSZ-bijdrage van 8,86%
  • exclusief taksen
  • bij overschrijding van de drempel van 30.000 euro (geïndexeerd op jaarbasis)
  • idem
  • 1,5% op de overschrijding tot en met bijdragejaar 2017, vanaf bijdragejaar 2018 wordt dit 3% (maar de overschrijding wordt beperkt tot de werkgeversbijdrage als deze kleiner is dan de overschrijding)
  • idem
  • ten laste van de werkgever (inrichter)
  • ten laste van de rechtspersoon (onderneming)
Uitzonderingen: Uitzonderingen:
  • nvt
  • Geldt niet voor VAPZ en RIZIV-contracten
  • Voor pensioenplannen die niet werken met individuele rekeningen (bv. collectieve kapitalisatie) wordt gewerkt met een “theoretische premie” die gelijk is aan de verhoging van de verworven reserves rekening houdend met een intrestvoet van 6%: Theoretische Premie = (Verworven Reserve op dd/mm/jjjj) – (Verworven Reserve op dd/mm/jjjj–1 *1,06)
  • nvt

Procedure

Vanaf bijdragejaar 2013 (in functie van de premies/bijdragen 2012) verloopt de (overgangs)-procedure met betrekking tot de Wijninckx-bijdrage in 3 stappen. De rol van Vivium als pensioeninstelling beperkt zich tot de jaarlijkse aangifte aan DB2P (Databank 2de Pijler) van de premies/bijdragen op basis waarvan de inningsgrondslag voor de bijdrage kan worden vastgesteld door de RSZ (Rijksdienst voor Sociale Zekerheid) en het RSVZ (Rijksinstituut voor de Sociale Verzekering der Zelfstandigen). DB2P wordt beheerd door Sigedis.

STAP 1 Uiterlijk op 30/6 van jaar N deelt de pensioeninstelling aan DB2P de premies mee op basis waarvan de inningsgrondslag voor de bijdrage kan worden vastgesteld (jaar N-1).
STAP 2 Sigedis deelt uiterlijk op 30/9 van elk bijdragejaar aan de werkgevers/rechtspersonen, de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ) en het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekering der Zelfstandigen (RSVZ) de nodige gegevens mee voor de berekening en betaling van de Wijninckx-bijdrage (over jaar N-1).

Sigedis zal in het 3de kwartaal de gegevens die zij ontving van de pensioeninstellingen bezorgen aan de RSZ en RSVZ die verantwoordelijk zijn voor de inning van de bijdragen. Als er een bijdrage verschuldigd is, zal Sigedis de werkgevers/rechtspersonen via hun e-box van de sociale zekerheid hiervan op de hoogte brengen.

  • De e-Box is een beveiligde elektronische brievenbus waarmee de instellingen van de sociale zekerheid documenten en taken naar ondernemingen kunnen versturen. Op de website van de sociale zekerheid vindt u meer informatie (www.socialezekerheid.be).
STAP 3

In het 4de kwartaal van jaar N is de Wijninckx-bijdrage verschuldigd (over jaar N-1) via DmfA-aangifte.

Werknemers

De werkgever geeft de verschuldigde bijdrage aan aan de RSZ via de DmfA-kwartaalaangifte van Q4 van jaar N (via werknemerskengetal 867). De betaling moet gebeuren vóór 31/1 van jaar N+1.

Zelfstandigen

De rechtspersoon moet de verschuldigde bijdrage uiterlijk op 31 december van jaar N aangeven en betalen via het RSVZ.

Definitieve maatregel vanaf bijdragejaar 2019

Wat verandert er?

Vanaf bijdragejaar 2019 treedt de zogenaamde “definitieve” regeling in.

In deze “definitieve” regeling zullen ook de pensioenplannen voor zelfstandigen (VAPZ en POZ), RIZIV-contracten en intern gefinancierde pensioenbeloftes mee in rekening gebracht worden. Deze plannen vielen nog buiten het toepassingsgebied van de “tijdelijke” regeling. Ook de vaststelling van eventuele overschrijding en berekening zal op een andere (meer complexe) wijze worden bepaald.

Bepalen (eventuele) overschrijding?

Een overschrijding van het “plafond” zal gebeuren zodra de som van het wettelijk (WP) en het aanvullend pensioen (AP) hoger is dan het maximum wettelijk ambtenarenpensioen. Dit plafond (de zogenaamde “pensioendoelstelling”) bedraagt momenteel 78.453,60 euro op jaarbasis. In formulevorm is er dus overschrijding indien in jaar N-1:

 WP + (verworven) reserves AP van jaar N-1 > pensioendoelstelling van jaar N-1
            omzettingscoëfficiënt

 

De juiste definitie voor de inschatting van het wettelijk pensioen (WP) moeten we u nog schuldig blijven. Uiteraard zal in de bepaling van het wettelijk pensioen en de pensioendoelstelling rekening gehouden worden met de tot dan gepresteerde jaren als werknemer of zelfstandige tot jaar N-1.

De inschatting van het aanvullend pensioen (AP) zal gebeuren door de bedragen van de (verworven) reserves op 01/01 van de jaarlijkse DB2P-aangifte van de individuele pensioenrekeningen om te zetten naar een “pensioenrente”. Dit door deling op basis van een omzettingscoëfficiënt bepaald door FOD Sociale Zekerheid. Wellicht zal deze coëfficiënt identiek zijn met deze van de indicatieve rente op www.mypension.be, We mogen dus een omzettingscoëfficiënt verwachten van +/- 20.

Berekening van de bijdrage bij overschrijding?

Ingeval van overschrijding wordt de bijdrage als volgt berekend:

 3% op ((reserve AP van 01/01/N) – (gekapitaliseerde reserve AP van 01/01/N-1))

 

Om de concrete bijdrage dus voor bijdragejaar 2019 te berekenen neemt men het verschil tussen de verworven pensioenreserve op 1 januari 2019 en de gekapitaliseerde verworven pensioenreserve op 1 januari 2018. De rentevoet voor deze kapitalisatie is wettelijk bepaald als de gemiddelde interestvoet van de OLO's op 10 jaar over de laatste 6 kalenderjaren voorafgaand aan het bijdragejaar N.

Inning van de bijdrage?

Dit zal conform de tijdelijke regeling gebeuren door ​Sigedis als beheerder van de Databank Aanvullende Pensioenen (DB2P). Is er een Wijninckx-bijdrage verschuldigd dan zal de werkgever of vennootschap in de loop van september een oproep ontvangen om deze bijzondere sociale zekerheidsbijdrage te betalen aan het RSZ (loontrekkenden) of het RSVZ (zelfstandigen).

Algemene voorwaarden Informatiefiches English documents Definities Formulieren Servicepakket Contact Wettelijke vermelding Ons cookiebeleid

  Nuttige links

  Benefit Statement

Algemene voorwaarden English documents Definities Formulieren  Contact Wettelijke vermelding Ons cookiebeleid

  Nuttige links

  Benefit Statement

Op zoek naar andere verzekeringsproducten van Vivium dan de groepsverzekering? U vindt alle informatie terug op www.vivium.be
EB Connect

 

VIVIUM
merk van P&V Verzekeringen
Koningsstraat 151 - 1210 Brussel
Tel. (02) 406 35 11
BTW BE 0402.236 531 - RPR Brussel
Onderneming onder code 0058