8 september 2017
Vaak worden deze termen door elkaar gebruikt, maar toch hebben ze elk hun eigen betekenis en hun belang.
Wettelijke pensioenleeftijd
Dit is de leeftijd waarop een werknemer volgens art.2§1 van het KB van 23 december 1996 tot uitvoering van art.15,16 en 17 van de wet van 26 juli 1996, wettelijk op pensioen kan gaan.
Op dit moment is dat 65 jaar.
Vanaf 1 februari 2025 zal de wettelijke pensioenleeftijd opgetrokken worden naar 66 jaar en vanaf 1 februari 2030 wordt dit 67 jaar.
Pensioenleeftijd van de aanvullende pensioentoezegging
Dit is de einddatum die in het pensioenreglement van het aanvullend pensioen wordt vermeld.
De waarborgen en premies vermeld op het benefit statement zijn berekend in functie van deze einddatum.
Pensionering
Dit is de effectieve ingang van het rustpensioen met betrekking tot de beroepsactiviteit die aanleiding geeft tot de opbouw van de prestaties (wettelijk pensioen).
De pensionering kan ingaan:
- op de wettelijke pensioenleeftijd
of
- op het moment dat aan de wettelijke voorwaarden voor “vervroegde” pensionering voldaan is.
Iedere werknemer vindt de datum waarop hij al dan niet “vervroegd” kan pensioneren terug op www.mypension.be.
De wet op de aanvullende pensioenen (WAP) voorziet dat vanaf het moment dat de al dan niet “vervroegde” pensionering ingaat de uitkering van het aanvullend pensioen verplicht is.
Hoe dit praktisch verloopt wordt uitgelegd onder Pensionering.
Zolang de pensionering niet ingaat blijft de aanvullende pensioentoezegging van kracht, ook al is de aangeslotene reeds ouder dan de eindleeftijd van de aanvullende pensioentoezegging.
Hoe dit praktisch verloopt wordt uitgelegd onder Einddatum van de groepsverzekering.